Dit betreft het reservefonds voor VvE’s als bedoeld in artikel 5:126 eerste lid van het Burgerlijk Wetboek. Sinds 2005 moet iedere VvE wettelijk een reservefonds hebben. De tekst in het Burgerlijk Wetboek luidt: “De vereniging houdt een reservefonds in stand ter bestrijding van andere dan de gewone jaarlijkse kosten.”
Reservefonds VvE
Reserveren is verplicht
Sinds 2005 moeten VvE’s verplicht sparen voor planmatig c.q. groot onderhoud. Dit zogenaamde spaardeel wordt opgenomen in de jaarlijkse VvE begroting. De jaarlijks gespaarde bedragen worden opgenomen in het reservefonds van de VvE en het reservefonds VvE staat op zijn beurt altijd als vaste post vermeld op de balans in de jaarrekening van de VvE. Wanneer de VvE uitgaven voor planmatig onderhoud heeft gedaan, worden de uitgegeven bedragen weer in mindering gebracht op het reservefonds. Door de jaren heen zou het reservefonds steeds voldoende middelen moeten bevatten om altijd al het geplande groot onderhoud te kunnen bekostigen.
Voldóende reserveren is verstandig
De wet zegt tot op heden niet hoeveel een reservefonds moet bevatten, alleen dát het er moet zijn. Met een reservefonds dat te laag is, bestaat het risico dat gepland onderhoud niet tijdig uitgevoerd kan worden, met achterstallig onderhoud en/of onvoorziene eenmalige extra bijdragen voor de VvE-leden tot gevolg. Het wegwerken van achterstallig onderhoud is uiteindelijk altijd kostbaarder dan het groot onderhoud ‘gewoon’ volgens planning bijhouden. Het is dus verstandig om een toereikend reservefonds aan te houden, zodat altijd al het planmatige onderhoud tijdig uitgevoerd kan worden. Er zijn verschillende methoden om tot een jaarlijks spaardeel c.q. jaarlijkse reservering voor het reservefonds VvE te komen, maar het beste instrument om te bepalen wat de VvE moet sparen en in het reservefonds moet hebben om altijd al het toekomstige planmatige onderhoud te kunnen bekostigen is een Meerjarenonderhoudsplan (MJOP) dat op maat is gemaakt voor het gebouw. Daarnaast is het sinds 1 januari 2018 ook een optie om jaarlijks minimaal 0,5% van de verzekerde herbouwwaarde van het gebouw aan de onderhoudsreserve te doteren.
Wetswijziging inzake reservefonds VvE
Om te voorkomen dat VvE’s te weinig sparen is er sinds 1 januari 2018 een wetswijziging doorgevoerd die een reservefonds van minimaal 0,5% van de herbouwwaarde c.q. taxatiewaarde van het gebouw verplicht stelt als er geen MJOP is opgesteld. De herbouwwaarde is een bestaande norm die door verzekeringsmaatschappijen gebruikt wordt om een passende dekking voor de wettelijk verplichte opstalverzekering van het gebouw te kunnen vaststellen.